Overslaan en naar de inhoud gaan

Brief aan Paul Lebeau

door Petra Thijs

Schreef Paul Lebeau met 'Xanthippe' een feministische roman avant la lettre? Briefschrijfster Petra Thijs vraagt het zich af.

Beste Paul Lebeau,

Als u nog geleefd had, had ik zo graag eens met u gesproken over uw roman Xanthippe. Hoe u erin geslaagd bent om een van de meest gehate vrouwen uit de wereldgeschiedenis een personage van vlees en bloed te maken en haar kant van het verhaal te vertellen op een genuanceerde, volstrekt geloofwaardige manier.

Mijn lerares Nederlands heeft mij uw boek ergens halverwege de jaren tachtig cadeau gedaan. Ze wilde me daarmee vertellen dat niet alles in dit leven is zoals het lijkt en dat je je eigenwaarde als persoon niet moet laten afhangen van wat andere mensen van je denken. Ze had goed gezien dat het iets was wat me destijds als eigenzinnige, onzekere en vooral veel te serieuze tiener nogal bezighield, zeker in de overdreven katholieke omgeving waarin ik ben opgegroeid.
Maar evengoed vormt dit boek vandaag nog een waardevolle levensles voor onze huidige maatschappij, die veel te graag en te snel labeltjes plakt: links of rechts, hoogsensitief of autistisch, empathisch of narcistisch. Het is immers makkelijker om personen in hokjes te duwen dan echt een poging te ondernemen ze te begrijpen.
Uw Xanthippe is een ontzettend gelaagde vrouw die net als de gemiddelde mens die aaneenhangt van de nuances, afhankelijk van de situatie waarin hij of zij zich bevindt. Ik ben beslist niet dezelfde persoon op het werk of in familiale kring, als ik deze brief aan het schrijven ben of wanneer ik bij vrienden ben. Bovendien geloof ik dat persoonlijkheid niet iets statisch is. Een persoon kan wel degelijk groeien in zelfzekerheid, in openheid naar de buitenwereld toe, zelfs nog op latere leeftijd. [...]

Ik ben er nog steeds niet uit of u met Xanthippe een feministische roman avant la lettre gepubliceerd heeft. Onder uw pen werd Xanthippe een wereldwijze vrouw die het onvermijdelijke einde van Socrates veel eerder zag aankomen dan hijzelf en hem ervoor wilde behoeden op de enige manier die voor haar als vrouw mogelijk was in die tijd. Ze vormde alleszins een welgekomen trendbreuk met de meer ‘plooibare’ 19e eeuwse literaire vrouwen zoals een Eline Vere van Couperus. Net als veel andere vrouwelijke heldinnen met ambitie wordt Eline Vere voorgesteld als zwak, lijdend aan zenuwziekten en waanvoorstellingen en kwam haar hoogmoed voor de val. Hoogmoed was het label dat 19e eeuwse auteurs graag gebruikten om vrouwen mee te weg te zetten die meer ambieerden. Kijk maar naar het onlangs heruitgegeven l’Oeuvre van Zola waarin de vrouwelijke hoofdpersonages gereduceerd worden tot weer een adorerende huisvrouw of een model met ambitie dat onvermijdelijk verdorven is en dus wegglijdt in de prostitutie en alcoholisme. Een vrouw kon tot midden de 20ste eeuw hoogstens een muse of inspiratiebron voor de mannen vormen, maar nooit een echt sterk en zelfstandig personage zijn. Tot op vandaag is dat trouwens nog al te vaak het geval.

Anderzijds koos Xanthippe er in uw roman schijnbaar voor om zich te conformeren aan die maatschappij die haar man zo uitspuwde. Dit betekent natuurlijk ook dat ze het genie van Socrates niet zag. Wat dacht u als auteur van een Simone de Beauvoir die in die tijd naam en faam begon te verwerven na de publicatie van De Tweede Sekse? Vond u haar ook het prototype van een Xanthippe die gedoemd zou zijn om uiteindelijk in het zand te bijten omdat de maatschappij haar niet begreep, niet kon begrijpen naar de maatstaven van destijds? Of heeft een Hannah Arendt u als ontwikkeld man meer beïnvloed als zij stelt dat we allemaal uniek zijn als individu dus dat we vooral moeten proberen om elkaar meer te begrijpen door met elkaar in dialoog te gaan? Ik hoop en gok op het laatste.

Wat jammer dat we nooit de kans zullen krijgen om dit gesprek in persoon te voeren. Ik ben ervan overtuigd dat het mij vele nieuwe inzichten zou brengen.

Met genegen groet,

Petra Thijs

Paul Lebeau

Petra Thijs schreef naar Paul Lebeau. Lebeau werd in 1908 geboren in Borgerhout. Al als kind had hij een voorliefde voor de Nederlandse taal en uiteindelijk zal hij een doctoraat in de Germaanse filologie behalen. Hij debuteerde in 1934 in De Dietsche Warande met het gedicht Het leven van een Mensch. In 1960 werd hij redactielid van het tijdsschrift. In diezelfde periode verschijnt zijn bekendste roman, en tevens het onderwerp van de brief van Petra, Xanthippe, over de vrouw van Socrates.

Als u nog geleefd had, had ik zo graag eens met u gesproken over uw roman Xanthippe. Hoe u erin geslaagd bent om een van de meest gehate vrouwen uit de wereldgeschiedenis een personage van vlees en bloed te maken en haar kant van het verhaal te vertellen op een genuanceerde, volstrekt geloofwaardige manier.

Het handschrift van Xanthippe bewaren we niet, maar dat van Het Experiment  wel.

 

+++

De brief van Petra Thijs werd door de jury (Nele Hendrickx, directeur Letterenhuis, Michaël Vandebril, dichter en coördinator van Antwerpen Boekenstad, en Jet Steinz) beloond met de tweede prijs in onze brievenwedstrijd naar aanleiding van de week van het Nederlands. Petra krijgt een abonnement op Zuurvrij en het boek P.S. Van liefdepost tot hatemail van Jet Steinz.

Ga naar

Meld je aan voor de nieuwsbrief