Overslaan en naar de inhoud gaan

Grootse plannen

17 februari 1915

De plannen voor een verhuis naar Amersfoort zijn definitief van de baan. Er zouden integendeel nog geïnterneerden van Amersfoort naar Harderwijk komen. En in Harderwijk zou met onderwijs voor de soldaten gestart worden. Verder is er nieuwe Vlaamse krant verschenen, de eerste die in Nederland uitgegeven wordt, en wordt Picards medewerking gevraagd.

Weer een nieuwe dag. De inlichtingen waren niet slecht. Maar weinig vrije tijd: 1 of 2 maal ’s namiddags vrij, gedurende 3 uren. Naar ik later vernam, zouden er nu daar [in het kamp van Amersfoort] menschen weder liefst naar hier overkomen. Cursussen in de rechten worden er weinig gegeven: het is zoo wat een zootje van alles wat. In het kamp is hier nu een nieuw grootsch plan opgevat: de heer [Omer] Buyse, oud-directeur van de Université du Travail van Charleroi is er de drager van. Er zouden alle soort van ateliers worden opgericht, voor alle mogelijke ambachten. Een maand theorie zou eerst vooraf gaan. De manschappen zouden o.a. 450 houten werkmanshuizen en boerenwoninkjes bouwen, alles demontable, per trein later naar België te vervoeren, als alles weer goed komt. Voor de drie eerste maanden wordt er bijna een millioen beschikbaar gesteld om materieel, instrumenten, enz. aan te koopen.
Er zijn een heeleboel afdeelingen: ik zou les geven in de handelswetenschappelijke over Handelsrecht. Misschien ook een cursus over Strafrecht en strafvordering aan de gendarmen, veldwachters, politieagenten.

In de bibliotheek voor ontspanningslectuur gaat morgen de eerste zending weg om in het Kamp te komen: circa 2000 volumes, meen ik. Een 500 boeken (nieuwe kazerne) komen in de plaats om gekaft te worden. Het schijnt dat de lectuurcommissie de zaak van de soep niet rusten laat en er vandaag, bij een bezoek aan het kamp, zou met majoor van Baak over gesproken hebben. Bezoeken leg ik af, regelmatig, nu hier dan daar, bij Dr. Mellema: zijn zoon lag te bed met mazelen, bij Mr. Van der Mey, waar ik De Keyser ging voorstellen, een vriend van Leo [Picard]. Nog andere bezoekers daar aangetroffen: de broer van Madame Van der Mey, graatmagere man met zijn nerveus vrouwken – en nog een onderwijzer. Den dag na mijne… straf, ging ik bij De Lange den namiddag van 4 tot 8 ½ doorbrengen, ook dineeren!

Bij den heer Staal, secretaris A.N.V. ging ik met den Harderwijker [Florimond] Van Cleemput, twee kampenaars voorstellen: De Keyser (voornoemd) en Heyndrickx (leeraar college te Aalst).
Met 1 februari kreeg ik een postkaart van [Gabriel] Opdebeeck dat een nieuwe krant verscheen, de eerste Vlaamsche in Holland: ‘De Vlaamsche Stem’. Mij werd gevraagd om de zaak in het kamp ingang te doen vinden. Een agent werd hier aangesteld: de jongens hebben echter weinig geld en te veel dagbladen hebben hier reeds een klienteel: over kort hopen wij hier een 150 nummers te plaatsen. Gisteren plakten de agent en ik op 17 barakken een reclameplakkaat. Vandaag is het te ellendig regenweder om daar verder werk van te maken. Mij werd ook om artikels gevraagd: ik zond er een op nu bijna een week geleden. Maar tot op heden verscheen niets van mijne pen.
Een tijdelijke tak van het Algemeen Nederlands Verbond werd hier opgericht: er zijn een twintigtal leden op dezen dag. […]

Geld heb ik op dit oogenblik nog niet noodig: ik leef zoo zuinig mogelijk. Ik stel me altijd voor dat gij het thuis met weinig moet stellen. Ik zal in de 1ste helft van April naar Breskens schrijven om geld. Zal ik dan 100 fr. vragen, dan heb ik weder voor een tiental weken à drie maand. Ik vraag aan de Pieterkens voorloopig niets, want ik heb het noodige of kan het hier krijgen. Voor wasch en sokkenverstelling wordt hier wel gezorgd. ‘Dat gij in den winkel nog uwen kost verdient’, heeft mij zeer groot genoegen gedaan, want velen mogen dat immers niet zeggen. ‘Mama trok op het stadhuis’: was dat een militaire remuneratie? Vlaming kreeg ook nieuws van zijn familie. Groet van mij al de kennissen die gij ontmoet: Germonprez, Van Overbeke’s, Van Hulle’s, enz. of brengt groeten per brief over, a.u.b. Zoudt U willen een briefje in de bus steken bij Madame van Ommeslaghe, 62 Victor Driessensstraat, Antwerpen, ‘dat A. Pierre (artillerie de Liège), 11me batterie, Barak 6, Kamp van Harderwijk, niet vroeger kon schrijven en graag van allen nieuws kreeg’.

Meld je aan voor de nieuwsbrief