Overslaan en naar de inhoud gaan

Van Ostaijen bezet ook 'De Boekenwereld'

Het maartnummer 2021 van tijdschrift 'De Boekenwereld' is grotendeels gewijd aan Paul van Ostaijen, zijn bundel 'Bezette Stad' en de expo 'Bezette Stad 100!' in het Letterenhuis.

De Boekenwereld, blad voor bijzondere collecties, is een samenwerkingsverband van enkele grote Nederlandse en Vlaamse (universiteits)bibliotheken en archieven. Voor Vlaanderen zijn dat de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Museum Plantin-Moretus, de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen en het Letterenhuis.

Het blad verschijnt vier keer per jaar en is te verkrijgen in het Letterenhuis, de leeszaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Museum-Plantin-Moretus en de betere boekhandel. 12,50 euro per (los) nummer.

Een greep uit de artikelen in deze editie

100 jaar Bezette Stad  in het Letterenhuis

Letterenhuismedewerkers Johanna Ferket en Lies Galle, curatoren van de expo Boem Paukslag. Bezette Stad 100!, laten zien hoe de handschriften en andere documenten van Van Ostaijen in het archief terecht zijn gekomen – van schenkingen vanaf eind jaren twintig via allerlei kleinere en grotere aankopen (zoals de Collectie Baestaens) tot de verwerving van het handschrift van De feesten van angst en pijn en, als aankoop door de Vlaamse Gemeenschap en klap op de vuurpijl, het handschrift van Bezette Stad.

Dit artikel geven we je graag cadeau. 

Of lees het artikel op volledige schermbreedte.

Hoe schreef van Ostaijen?

De totstandkoming van Bezette Stad is fascinerend. Van Ostaijen componeerde zijn meesterwerk uiterst zorgvuldig en gaf in zijn handschrift exact aan hoe de gedichten eruit moesten zien in druk.

Aan de hand van de schaars overgeleverde getypte bladen met gedichten uit Bezette Stad laat biograaf Matthijs de Ridder zien hoe Van Ostaijen te werk ging: welke regels de definitieve versie niet haalden, waarom hij dit deed en welk effect dat had.

De typografie

Thomas Crombez buigt zich over de duizelingwekkende typografie van Bezette Stad: wat wilde Van Ostaijen met die experimentele vormgeving? Wat betekent ‘ritmiese typografie’? Waarom al die verschillende lettertypes en -groottes, die witregels, die ongebruikelijke bladspiegels?

Erotiese beddingen???

Voor een hele generatie Europese jongeren was het moderne amusement eindeloos veel spannender dan de saaie gereglementeerde kennis en restrictieve moraal die hun door gezin en onderwijs werden opgelepeld. Erik Spinoy, dichter en literatuurprof, bekijkt de rol van de zeer aanwezige amusementscultuur in Bezette Stad, met name het toen nog jonge medium film met zijn subversieve (en aantrekkelijke) verhalen.

BUM PAUCA!

Wereldwijd verschijnen er steeds meer vertalingen van werk van Van Ostaijen. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience bewaart ze vrijwel allemaal. EHC-medewerker Linde De Potter belicht enkele vertalingen van Bezette Stad en bespreekt welke problematiek deze omzetting met zich meebrengt. Voer ook voor vertaalwetenschappers!

De transformatie van een kunstenaar

Museum Plantin-Moretus bewaart veel grafiek van Jos Léonard, tekenaar-ontwerper en vriend van Paul van Ostaijen. Ook Léonard verbeeldde in zijn werk de oorlog en de bezetting van Antwerpen. Maar deed dat heel anders dan de dichter. Hoe ontwikkelde Léonard zich van tekenaar tot reclameontwerper? Kunsthistorica Saar Vandewege geeft een overzicht.

Nihilisme als aanklacht

Voor Louis Paul Boon was het werk van Van Ostaijen een eyeopener naar pacifisme en antimilitarisme. Zelf schreef Boon met Mijn kleine oorlog zijn verhaal over alweer een volgende wereldbrand – die al evenmin tot een wereldrevolutie uitgroeide. Kris Humbeeck van Universiteit Antwerpen, prof en onder meer Boonbiograaf, laat zien hoe de echo’s van Van Ostaijen doorklinken in het werk van Boon.

Brief aan Paul

Oktober 1927. Michel Seuphor, bezieler van het opgeheven avant-gardeblad Het Overzicht, schrijft vanuit Parijs een brief aan Paul van Ostaijen in het sanatorium in Miavoye. Om hem een hart onder de riem te steken en bij te praten over hun verschillende inzichten: misschien hebben ze wel meer gemeen dan ze vroeger dachten. Een dergelijke brief is nooit geschreven – maar literatuurwetenschapper Dennis Van Mol grijpt de gelegenheid (en het genre) aan om te laten zien hoe die geklonken zou kunnen hebben.

Meld je aan voor de nieuwsbrief